Recensie: Jan van Mersbergen – We moeten praten
Al zolang Koen op school zit, heeft hij geen woord gesproken. Als de spreekbeurten van groep zeven eraan komen, zijn al zijn klasgenoten benieuwd wat Koen gaat doen.
Wanneer het zijn beurt is, schuifelt hij naar het digibord en verschijnt er een schilderij van een zwaan. Hij kijkt zijn klasgenootjes aan en begint te praten. ‘Ik houd mijn spreekbeurt over…alles.’
Koen vertelt over zijn fascinatie voor dieren die kunnen vliegen en over de zwaan in de sloot achter zijn huis, maar ook over zijn moeder die verdwenen is, over het getreiter van zijn klasgenootjes en zijn heimelijke wraak.
De spreekbeurt blijkt een geschiedenis die de jongen móét vertellen.
ISBN: 9789464521047 – Uitgeverij Cossee – Aantal pagina’s: 160 – Roman
4 van de 5 sterren – Joke
Recensie in één zin
‘Een aangrijpend familieverhaal over stilte die verbindt.’
Hoofdpersonages
Koen is ongeveer drie jaar oud wanneer zijn moeder weggaat. Sinds die dag zwijgt Koen en zet hij streepjes op de muur. Een streepje voor elke dag dat zijn moeder weg is. Na 463 dagen sluit Koen vriendschap met een zwaan, waarmee hij gaat praten.
Papa is redacteur en hij staat er met de opvoeding van zijn zoon, sinds zijn vrouw hem heeft verlaten, alleen voor. Hij vindt het lastig om over zijn eigen problemen te praten en schrijft alles op in zijn zwarte notitieboekje. Hij wil een veilige omgeving voor Koen creëren.
Opa, niet de echte opa van Koen, woont om de hoek en heeft een moestuin. Opa vertelt Koen verhalen over het oude Egypte en de Grieken, tot de Romeinen en hoe raketten naar de planeten gaan. Koen luistert naar alles.
— Joke
Sfeer
Je voelt de spanning van Koen als hij aan zijn spreekbeurt begint, maar ook dat hij het echt graag wil vertellen. In het begin van het boek zit je met veel vragen en ben je benieuwd waar het verhaal heen leidt. Al snel begrijp je waarom Koen zo lang gezwegen heeft en nu de stilte wil verbreken.
— Joke
Schrijfstijl
Het boek is verdeeld in drie hoofdstukken: ‘praten’ waarin Koen aan het woord is, in ‘moeten’ vertelt de vader van Koen zijn verhaal en in het laatste hoofdstuk ‘we’ is opa aan het woord. Het is een prachtige opbouw van het verhaal.
De auteur, Jan van Mersbergen, kruipt bij elk personage in het hoofd van die persoon.
— Joke
Passage uit het boek
‘Papa zei dat ik mijn beer vergat, de knuffelbeer die ik van mama had gekregen. Ik had hem mijn zwembroek aangetrokken, die wilde ik zelf niet aan. Een groene zwembroek met gele sterren.
Beer sliep in mijn bed, aan het hoofdeinde. Ik nam hem overal mee naar toe, jarenlang. Op bijna iedere foto van toen ik twee jaar oud was staat Beer. Hij had een vriendje, ook een knuffel: een bij. Een kleine pluchen bijtje met een magneetje. In het zachte lijf van Beer zat ook een magneetje. Ze plakten aan elkaar. De kleine bij zijn we kwijtgeraakt.
Papa zei dat er tussen mij en de zwaan ook zo’n magneet bestond. Woorden.’
Leesvoorschrift
Zoek een rustig plekje achter het glas waar de zon af en toe doorheen schijnt en een kop thee past hier prima bij.
Voor vrouwen of mannen?
50%
50%
Hoe dik is de pil?
Ook gelezen? Hoeveel sterren geef jij dit boek?
+ Er zijn nog geen reacties
Reactie toevoegen