Katten zijn buitengewoon intelligente wezens. Daardoor worden ze vaak verkeerd begrepen. In De kattenpsycholoogbrengt dierengedragsdeskundige Claude Béata alle mogelijke kattenmanieren in kaart, van kopjes geven tot staren, krabben en jagen, en belangrijker: wat ze willen zeggen. Aan de hand van verhelderende verhalen leert hij je dit gedrag te interpreteren: duidt het misschien op een angststoornis, hyperactiviteit of een depressie?

De kattenpsycholoog is een wetenschappelijk onderbouwd stappenplan voor een gelukkiger en gezonder huisdier… en diens baasje.

ISBN: 9789401414012 – Uitgeverij Lannoo – Aantal pagina’s: 256 – Informatief boek

4 van de 5 sterren — Isolde

Recensie in één zin

‘Een onmisbaar boek voor iedereen met één of meer katten als huisgenoot!’

Wat heb ik aan dit boek?

Dat Claude Béata veel met katten werkt, merk je aan alles in dit boek. Hij weet je goed te vertellen waarom katten bepaald gedrag vertonen en waar dat vandaan komt. Dat helpt om dingen van je kat te begrijpen. Een kat is een roofdier én een prooidier. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom je kat bij voorkeur vaak op een dag kleine hoeveelheden eet (terwijl je hond zich prima redt met twee maaltijden).
Nog veel interessanter is dat hij uitlegt hoe je kan zorgen dat je kat gelukkig is. Je moet in ieder geval een aantal basiszaken goed regelen, zoals een veilige slaapplaats, een passend eetritme en een goede kattenbak.
— Isolde

Schrijfstijl

De kattenpsycholoog leest prettig en vlot. Het boek bestaat uit maar een paar hoofdstukken, maar die zijn opgedeeld in veel korte stukjes met duidelijke kopjes. De meest belangrijke informatie staat in kadertjes. Deze stukjes kunnen je aan het denken zetten over of jij nog wat verbeteringen kunt organiseren voor jouw kat.
De voorbeelden zijn interessant om te lezen. Soms zijn ze ontroerend, soms verbaas je je, misschien geeft het je herkenning, maar je zult altijd tot de conclusie komen dat een kat een bijzonder dier is.
— Isolde

Passage uit het boek

‘Katten hebben altijd een rood notitieboekje bij zich waarin ze alle onaangename ervaringen noteren. En die aantekeningen hebben een heel vervelende eigenschap, ze kunnen namelijk niet worden gewist. Je moet dus tot elke prijs zien te voorkomen dat je in dat boekje terechtkomt. Daarom moet je je kat absoluut nooit fysiek of verbaal straffen, angstaanjagend dreigen en onaangenaam vastpakken.
Zelfs als je kat voor de zoveelste keer urine tegen de gordijnen sproeit of een kostbare vaas breekt, moet je voor je hem een tik geeft of tegen hem begint te schreeuwen maar even aan dat rode boekje denken. Dat betekent niet dat je alles maar moet accepteren en dat een kat onmogelijk is op te voeden, maar je mag daarbij nooit dwang gebruiken. ‘Katten zijn als papier, ze kreukelen snel,’ zei Guy de Maupassant.’

Voor wie is dit boek?

De kattenpsycholoog is een interessant boek voor iedereen die van katten houdt, die met katten samenleeft en die werkt met katten. Als je niets met katten hebt, is het enerzijds logisch dat je dit boek niet snel zult bekijken, maar aan de andere kant kan je het juist helpen wat begrip krijgen voor de katten in je omgeving.
— Isolde

Voor vrouwen of mannen?

Hoe dik is de pil?

Bekijk deze visuele boekrecensies ook eens

Recensie: Ann Swanson - Anatomie van yoga

Recensie: Jean-Claude Mourlevat - Jefferson